Meest gebruikte engelse woorden
Foto van SR training zakelijk Engels

Onderstaand de meest gebruikte Engelse woorden in Nederland. Er bestaan letterlijk wel duizenden Engelse namen die wij Nederlanders dagelijks gebruiken. Welke woorden worden hiervan nou het meest gebruikt in Nederland? Het antwoord kunt u vinden in de onderstaande meest gebruikte Engelse woordenlijst.

Wil jij makkelijk en snel de meest gebruikte Engelse Woorden in Nederland leren? Koop dan de ebook ‘Leer Engels: Snel / Gemakkelijk / Efficiënt‘.

Meest Gebruikte Engelse Woorden in Nederland van A tot Z

A

airbag – botsballon
airconditioning – klimaatregeling
all-terrainbike – terreinfiets
attachment – aanhangsel
award – onderscheiding of prijs

B

back-up – ruggensteun of reservekopie
badge – naamkaartje of speldje
banner – webwimpel of webvertentie
barcode – streepjescode
bestseller – verkoopsucces, succes van een boek, -artikel of -product)
big bang – oerknal
billboard – reclamebord
bodyguard – lijfwacht
bookmaker – wedmakelaar
bottleneck – flessenhals, struikelblok, breekpunt of knelpunt
bottom-up – van onderop
briefing – instructiebijeenkomst of instructiegesprek
browsen – webverkennen
browser – webverkenner of bladerprogramma
businessplan – ondernemingsplan
bypass – (ader)omleiding

C

callcenter – belbalie of belbureau
cancelen – afgelasten, annuleren, afzeggen of afblazen
captain of industry – grootindustrieel, bedrijfstopman of bedrijfstopvrouw
card – kaart of pasje
carport – autoafdak of autoluifel
cartridge – patroon of inktpatroon
carwash – wasstraat
cast – rolbezetting of spelersgroep
catwalk – paradepad, plankier of passerel
chatten – webkletsen of webbelen
checklist – controlelijstof (af)vinklijst
citybike – stadsfiets
coach – mentor, begeleider, tweedeurswagen of reisbus
collector’s item – verzamelaarsobject
commercial – reclameboodschap of (reclame)spot(je)
commitment – betrokkenheid, verbondenheid of toezegging
consultant – adviseur
container – afvalbak
copywriter – tekstschrijver
corebusiness – kernactiviteiten
counter – tegenaanval, balie, toonbank of teller(tje)
cover – omslag
coverstory – omslagverhaal of omslagartikel
crash – vliegtuigongeluk, botsing, (systeem)uitval, (computer)uitval of beursval
crashen – verongelukken, neerstorten, te pletter slaan, platgaan [netwerk] of vastlopen [computer]
creditcard – kredietkaart
crew – bemanning of filmploeg

D

dashboard – instrumentenpaneel
deadline – aanlevertijd, sluitingstijd, aanleverdatum, sluitingsdatum [kopij] of tijdslimiet [alg.]
dealer – autohandelaar, detailhandelaar, drugshandelaar of (erkend) vertegenwoordiger
deleten – wissen of verwijderen
design – vormgeving of ontwerp
designer – (industrieel) vormgever of (industrieel) ontwerper
disk – schijf(je)
diskdrive – schijfstation
dispenser – doseerverpakking of doseerflesje
display – afleesvenster(tje), schermpje, uitstalling, uitstalrek of standaard
disposable – wegwerpartikel
dug-out – spelersbank

E

e-commerce – webhandel of e-handel
e-mail – e-post, netbericht of e-bericht
efficiency – doelmatigheid
employability – inzetbaarheid of emplooibaarheid
entertainment – amusement
exitinterview – exitgesprek, ontslaggesprek of uitstroomgesprek
exitpoll – stembuspeiling
eyecatcher – blikvanger
eye-opener – openbaring, blikopener of ontdekking

F

flashback – terugflits
floppy(disk) – schijfje
flyer – strooibiljet
follow-up – vervolg of vervolgbehandeling
fulltime – voltijd of voltijds
funshoppen – plezierwinkelen of pretwinkelen

G

gang – bende
gate – poort
genfood – genvoedsel
gentlemen’s agreement – herenakkoord
ghostwriter – schaduwschrijver
girlpower – meidenmacht
grapefruit – pompelmoes

H

hacken – (computer)kraken
hacker – (computer)kraker
hand-out – uitreiksel of volgstuk
handbike – rolstoelfiets
handbiker – rolstoelfietser
handsfree – handvrij * handenvrij
happy hour – kortingsuurtje of voordeeluurtje
harddisk – harde schijf of vaste schijf
hardliner – havik
headhunter – kaderjager of kaderwerver
hearing – hoorzitting
heat – (voor)ronde of serie [sport]
helpdesk – hulpbalie of hulplijn
hi(gh)tech – toptechnologisch of toptechnisch
holding – houdstermaatschappij
homepage – thuispagina
hooligan – voetbalvandaal
hot issue – heet hangijzer of topactualiteit
house-warmingparty – (huis)inwijdingsfeest of intrekfeest
hype – (media)gekte of (media)rage
hyperlink – klikverbinding of koppeling

I

impact – invloed, uitwerking of draagwijdte
impact hebben – aankomen of inslaan
inchecken – (zich laten) inboeken of (zich laten) inschrijven
incrowd – binnenkring
intakegesprek – aannamegesprek, opnamegesprek of inschrijvingsgesprek
Internet Service Provider – internetaanbieder
issue, hot – zie hot issue
item – onderwerp of punt

J

jetlag – vliegkater
joystick – stuurstok of (spel)pookje
junkfood – vulvoer

K

klantenservice – klantendienst
knowhow – deskundigheid of kennis van zaken

L

laptop – schootcomputer of schoot-pc
last-minuteboeking – valreepboeking
last-minutereis – valreepreis
lay-out – opmaak of vormgeving
leisurepark – pretparadijs of megattractiepark
link – schakel of verband
live – rechtstreeks, direct, in het echt of in het wild
live-muziek – levende muziek
lobby – pleitgroep, belangengroep of pressiegroep
locker – kluisje of bagagekluis

M

magazine – tijdschrift of rubriek
mailing – postreclame, rondschrijven of rondzendbrief
mailinglist – verzendlijst
mailtje – netberichtje
mainport – hoofdhaven of tophaven
masterplan – kaderplan
meeting – bijeenkomst, vergadering of bespreking
mismanagement – wanbeheer, wanbeleid of wanbestuur
mountainbike – klimfiets of bergfiets
mousepad – muismat
multiple choice – meerkeuze

N

namedropping – naamsnoeverij of naamsnoeven
native speaker – moedertaalspreker
no-go area – mijdgebied
notebook – zakcomputer
no-tolerance – (beleid) of geen-pardon(beleid)
no way – geen sprake van

O

oneliner – pakzin, pakkende zin
outfit – uitmonstering,uitrusting of uitdossing
outplacement – vertrekbemiddeling of uitplaatsing
output – productie, opbrengst, resultaat, uitkomst, rendement of (nuttig) effect
outsider – buitenstaander of buitenkanser [sport]
outsourcen – uitbesteden [werk], uitlenen [persoon] of detacheren [persoon]
overdone – overdreven of té
overheadprojector – transparantprojector

P

pallet – laadvlonder of laadbord
palmtop(computer) – handpalmcomputer of handcomputer
parttime – deeltijd
password – wachtwoord
patch – herstelprogramma of pleisterprogramma [i.c.t.]
penthouse – dakwoning of topwoning
performance – voorstelling, uitvoering, (manier van) optreden of prestatievermogen
pilot – voorstudie, proefproject of proef
pin-up – prikkelpoes, punaisepoes of punaisekater
placemat – tafelmatje
policy – beleid
polls – peiling(en)
portable – draagbaar
portal(-site) – portaalpagina, startpagina of poortweblocatie [i.c.t.]
prime time – toptijd of piektijd
provider – (internet-)aanbieder

Q

quizmaster – spelleider
quoten – citeren of aanhalen

R

reader – tekstbundel, syllabus of artikelenbundel
real-life soap – sleutelgatserie of inkijkserie
recycled – kringloop
recyclen – hergebruiken
recycling – hergebruik of kringloop
relaxen – ontspannen of bijkomen
research – (wetenschappelijk) onderzoek of speurwerk
resetten – herstarten
rollerskate – rolschaats
roots – wortels · herkomst
royalties – auteurspercentage
royalty-watcher – hofverslaggever, hofkenner of koningshuisvorser
running gag – repeteergrap

S

sabbatical (leave) – sabbatsverlof of opfrisverlof
safe sex – het veilig vrijen of veilige seks
sale – uitverkoop of opruiming
sales – omzet of verkoop
salesmanager – verkoopleider
saven – opslaan
scannen – inlezen of aftasten
scanner – inlezer [ict], codelezer, leespen, leesplaat of leespistool
screenen – doorlichten
screensaver – schermbeveiliger
sealen – infoliën, verzegelen of dichtfoliën
second opinion – tweede beoordeling [alg] of tweede diagnose
selfsupporting – zelfvoorziend
selfservic – zelfbediening of zelfbedieningswinkel
service – dienstverlening, bediening, -dienst of opslag [sport]
servicebeurt – onderhoudsbeurt
sheet – transparant, projectievel, vel of flap
shockvertising – schokreclame of schokvertentie
shop – winkel, winkelafdeling of -hoek
shoppen – winkelen
skate, skeeler – schaats of lijnrolschaats
skateboard – schaatsplank
skateboarden – plankschaatsen
skaten, skeeleren – lijnrolschaatsen
skyline – (stads)silhouet of kimlijn
slipstream – windschaduw, glijstroom of kielzog
slogan – leus of slagzin
snowboard – sneeuwplank
snowboarden – plankskiën
spaceshuttle – ruimteveer
speaker – luidspreker of omroeper
spin-off – uitstralingseffect, neveneffect, bijproduct of afgeleide
stalken – belagen of dwangvolgen
stalker – belager of dwangvolger
stand – kraam
stand-by – paraat, wachtstand of oproepbaar
stand-upcomedian – cabaretstandwerker
stand-upcomedy – standwerkcabaret
statement – bewering, uitspraak of verklaring
sticker – plakker(tje)
stock – voorraad of aandelenkapitaal
stockvoorraad – standaardvoorraad of basisvoorraad
stopwatch – stopklokje
surfboard – zeilplank of golfplank
surfen – plankzeilen, golfrijden, brandingrijden, webstruinen of netzwerven [ict]
survival(tocht) – overlevingstocht
switchen – overschakelen, omschakelen, overstappen, positiewisselen – van positie wisselen of omzwaaien

T

talkshow – praatprogramma
taskforce – gevechtsgroep of speciale eenheid
taskforce – taakgroep, stuurgroep of projectstuurgroep
teamwork – groepswerk of samenwerking
thumbnail – klikplaatje
ticket – kaartje, trein-, bus-, vliegkaartje, theater- of bioscoopkaartje
tiewrap – zaagtandsluiter, treksluiter of trekboeien
time-out – (spel)onderbreking of adempauze
timesharing – tijdsdeling, simultaanbediening of deeltijdeigendom
tool(s) – gereedschap, instrument(en), werktuig(en) of hulpmiddel(en)
top-down – van bovenaf of hiërarchisch
transfer – overboeking, overschrijving, (aanvullend), vervoer of (spelers)overdracht
tray – draagblad, draagplateau of dienblad
trial and error – proefondervindelijk, gissen en missen, gis- en- mismethode of met vallen en opstaan
try-out – proefvoorstelling
tycoon – magnaat

U

understatement – onderdrijving
up-to-date – bijgewerkt, bij, eigentijds, bij de tijd of hedendaags
update – actualisering of bijgewerkte versie
updaten – actualiseren, bijwerken of herzien
upgrade – opwaardering, uitbreiding, verbeterde versie of (klassen)toeslag
upgraden – opwaarderen, uitbreiden of verbeteren

V

virtual reality – virtuele werkelijkheid
voicemail – spreekpost of stempost
voice-over – overstem of commentaarstem
voucher – boekingsbewijs of reserveringsbewijs

W

wallpaper – schermbehang
watermanagement – waterbeheer
website – webstek of weblocatie
wetland – drasland of waterland
wheeler – rolstoeler, rolstoelsporter of rolstoelatleet
whiplash – zweepslagtrauma of nekzweepslag
whiteboard – (vilt)stiftbord of magneetbord
workshop – werkvergadering, werkbijeenkomst, deelbijeenkomst of werkgroep
worst-casescenario – doemscenario of rampscenario

Z

zero-tolerancebeleid – geen-pardonbeleid
zipdrive – zipstation

Lees hier ook onze andere artikelen over meest gebruikte Duitse woordenmeest gebruikte Spaanse woorden en de meest gebruikte Nederlandse woorden.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *